Ellen bij de presentatie van Vogel-jong,
Tinnenpot Gent, 23/04/2016
Vogel-jong verwoordt in vlijmscherpe, dan weer weemoedige zinnen de
groeipijnen van een moeder die haar dochter gadeslaat. Je proeft tussen de
regels het bitterzoete gevoel van het
(leren) loslaten langs beide kanten. Een confrontatie met
de tijd die kantelt van proefdruk
naar heruitgave van een verloren gewaande jeugd.
Het is de derde bundel van Ellen Lanckman en deze keer
deed ze een beroep op illustratrice
Elfie De Clercq, die de woorden van Ellen schetst in een
aantal bijzondere tekeningen.
Alsof ze in de moeder is gekropen en teruggekeerd met
potloodstrepen van een haast ondraaglijke tederheid.
Een aantal van de gedichten uit deze bundel werden in
verschillende literaire tijdschriften gepubliceerd, waaronder Meander Magazine.
“Ellen Lanckman, de meesteres van de melancholie" –
Hugo de Haas van Dorsser
(Wordbites)
“Een pareltje" – Raf Walsschaerts (Kommil Foo)
Patrick Bernauw bij de voorstelling van de bundel:
Wat is het verschil tussen een dichter of dichteres en een gewone
mens, al dan niet van het vrouwelijk geslacht? Het zit ‘m vooral in de ogen
waarmee beiden naar de werkelijkheid kijken, en de woorden waarmee ze die
weergeven. Een dichter ziet de poëzie in het ogenschijnlijk banale, vindt zelfs
in de eenvoud reden tot dubbelzinnigheid.
Ik heb Ellen twee jaar lang bij mij in de les literaire creatie gehad, en
ik geef nu haar gedichten uit. Vraag je me de dichteres en haar werk in één
woord te omschrijven, dan zou dat ene woord zijn: 'direct'. In de omgang is
Ellen er één 'per direct', geen boemel(trein), geen omwegen hier, maar lik op stuk & recht door
zee. En zo laat ook haar poëzie zich omschrijven. Niks geen hermetisme, je
hoeft niet doorgestudeerd te hebben om haar te begrijpen… tenzij misschien aan
de universiteit van het leven.
Maar verwar 'direct' niet met 'oppervlakkig' of 'banaal'. Zij kijkt nu
eenmaal met de ogen van een dichteres naar de wereld, en ziet de dingen die
andere mensen al eens durven te ontgaan – slaagt er ook in ze op zo’n manier te
noteren, dat je ze niet licht vergeet. Door de ironie in haar woorden, door de
dubbele bodems die ze aandraagt, door de spanning die ze in haar woorden oproept,
door de accenten die ze legt met ritme en taalmuziek.
Neem nu bijvoorbeeld een superkort gedicht als 'Misschien heb ik een kind /
om niet te vergeten / dat liefde ook kan bestaan / in al haar eenvoud'. Waar de 'haar' van eenvoud zowel slaat op de liefde in het algemeen, als het kind in het
bijzonder. Een dichteres doet iets wonderlijks met de taal, jawel. Ze zegt in
één enkel woord tegelijk iets over het grote en het kleine, het grote dat zich
weerspiegelt in het kleine, en vice versa. De moeder in de dochter, de dochter
in de moeder. De liefde en het meisje.
Of neem nu dat gedicht waarin een kind met twee staartjes en schoolboeken
op de rug op een ochtend vertrekt naar school en terugkeert als een
tienermeisje. Je hebt het vast ook meegemaakt, hoe de tijd soms in schokken
verloopt, vliegt, vanalles overslaat, vergeet… en hoe een kleinigheid je
daarvan bewust maakt. Een dichteres legt dit soort momenten dan vast in een
gedicht… op een manier die de alledaagse vergetelheid een neus zet.
En wat Ellen doet met woorden, doet Elfie met tekeningen. Wonderbaarlijk hoe zij met vaste hand toon en sfeer, inhoud en achtergrond van deze poëzie weet te vatten in klare lijnen. Het lijkt allemaal zo eenvoudig, ja zelfs simpel... maar net uit die onvoorstelbaar eindeloze hoeveelheid van mogelijke lijnen precies déze trekken, en geen andere... Daar is talent voor nodig. En empathie. Soms vraag je je af: wat was er eerst - het gedicht of de tekening?
Een straf duo, kortom!